
We leggen je uit hoe je jouw ruimte inmeet, zodat je de afmeting van je schaduwdoek met gecurvde zijden kunt bepalen.

Tip: hang je schaduwdoek 1,5m naar het Zuiden. De zon is daar het warmst en schijnt nog iets -net als bij een zonnescherm- onder je doek door.
De spanmarge bij een schaduwdoek met gecurvde zijden
Een schaduwdoek met gecurvde zijden span je op met draadspanners of katrolset. Daarom is de schaduwdoek altijd kleiner dan de ruimte tussen de bevestigingspunten. De ruimte tussen het doek en de bevestigingspunten noemen we de spanmarge.
Het schaduwdoek dient op min. 2 hoeken aan dezelfde zijde opgespannen te worden. De diagonaal opspannen heeft geen nut 😉
Draadspanners

Als je bij een vierkant standaard rekening houdt met een aftrek van 40cm in de breedte én in de lengte dan zou je schaduwdoek in de gemeten ruimte moeten passen.
Bij een rechthoek kan dat iets afwijken. Hoe smaller de rechthoek is, des te groter het verschil tussen de aftrek aan de korte en lange zijden.
[+afb rechthoek en spanmarge]
Bij een driehoek is dat 50cm aftrek per zijde.
[+afb driehoek en spanmarge]

[+ afb. katrolset; nog te maken]
Katrolset

Je kunt de afmeting van je schaduwdoek ook bepalen door de bevestigingsogen in gevel en/of palen te monteren en daar de draadspanners of katrolset aan vast te maken. Trek vervolgens door alle hoeken een koord om zo de randen van het schaduwdoek te simuleren. Je ziet op de grond waar de schaduw valt! Dient wel het zonnetje te schijnen 😉